Kennisbank

BEVB/REVB

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) is tezamen met de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt de taken en verantwoordelijkheden van de buisleidingexploitant en de gemeenten. Het Bevb is gebaseerd op de Wet milieubeheer (Wm Hfst. 5 Milieukwaliteitseisen en maatregelen en Hfst. 9 Stoffen en producten) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro Hfst 3 Bestemmings- en inpassingsplannen, Hfst. 4 Algemene regels en specifieke aanwijzingen). De normstellingen zijn in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

De belangrijkste punten uit het Bevb zijn:

  • de verplichting van gemeenten om bij het opstellen van bestemmingsplannen;
  • rekening te houden met buisleidingen d.w.z. het plaatsgebonden risico (PR) t.a.v. zgn. kwetsbare objecten en verantwoording groepsrisico (GR);
  • ruimte te reserveren met betrekking tot een belemmerde strook van minimaal 5m met bouwverbod en een aanlegvergunningenstelsel;
  • deze binnen 5 jaar na het inwerking treden van het Bevb te actualiseren.


De verplichting voor buisleidingexploitanten om:

  • er voor te zorgen dat Plaatsgebonden risicocontour, de PR- contour,10-6 van de buisleiding binnen 5m van het hart van de buisleiding ligt;
  • er voor te zorgen dat wijzigingen t.a.v. de buisleiding passen binnen het bestemmingsplan;
  • wijzigingen t.a.v. de buisleiding door te geven;
  • ongewone voorvallen te voorkomen en te melden (de zorg- en meldplicht);
  • een document veiligheidsbeheerssysteem in te voeren;
  • zgn. PR-knelpunten binnen 3 jaar na aanwijzing van de betreffende buisleiding te saneren.

In de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn opgenomen: de aanwijzing van buisleidingen (categorieën) die onder het Bevb vallen, de risicoafstanden en de toe te passen rekenmethodieken.

De aangewezen categorieën buisleidingen die onder het Bevb vallen (zie ook Staatscourant 2014 nr. 16955 19 juni 2014):

  • aardgasledingen (druk v/a 16 barg, uitw.diam. v/a 50 mm);
  • brandbare stoffen leidingen (druk v/a barg, uitw. v/a 70 mm

en buisleidingen voor overige stoffen bestaan uit:

  • vergiftigde stoffen en
  • specifieke stoffen (druk v/a 16 bar, uitw. diam. v/a 70 mm)

Voor elk van deze categorieën gelden eigen rekenregels (faalkansen en consequentie berekeningen zoals CAROLA voor aardgas en SAFETI-NL voor de K-leidingen om uiteindelijk de kwantitatieve risico analyses (QRA's) op te stellen die nodig zijn voor de toetsing aan de diverse eisen die worden gesteld).

De meest recente versies van het Bevb en Revb vindt u met volgende links:

Bij de totstandkoming van de rekenmodules zoals aangegeven in de Revb (faalkansstatistieken en mitigerende maatregelen niet- aardgasleidingen) was de VELIN destijds nauw betrokken. Dit heeft geleidt tot een aantal bestuurlijke afwegingen die in de rekenmethodieken thans zijn verwerkt. De achtergronden van die afwegingen zijn van belang voor een juiste interpretatie en gebruik van mitigerende maatregelen c.q. kunnen u helpen in discussies betreffende risicoafwegingen, verantwoording van genomen maatregelen en het saneren van knelpunten. De beleidsafwegingen kunt u hier zien:

Aanvullende mitigerende maatregelen buisleidingen
Risico mitigerende maatregelen
Brief beleid aanvullende mitigerende maatregelen
Bijlage 1 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
Bijlage 1 Buismaatregelenmethodiek
Bijlage 2 Samenvatting aanvullende maatregelen buisleidingen met aardolieproducten of andere chemische stoffen